De Kikvorst is het laatste verhaal uit Heksen en zo. Laten we eens kijken wat Wikipedia te zeggen heeft over de inhoud van het verhaal:
Een verwend prinsesje wil een groen hoedje van kikkervellen maken. De kikkerkoning, de Kikvorst, staat dit niet toe en verandert haar hoofd in een kikkerkop. Ze schaamt zich dood en loopt weg, maar niemand wil haar werk geven. Uiteindelijk vindt ze werk in een buurland, ze moet de blinde prins voorlezen. De prins vindt het vreselijk dat hij niet kan zien, en hierop gaat de prinses naar de Kikvorst. Niet om hem te vragen haar terug te veranderen, maar om hem te vragen de prins te laten zien, al weet ze dat de prins zich dood zal schrikken. De prinses gaat terug en het blijkt dat hij inderdaad kan zien. Maar hij schrikt niet van de prinses, omdat de Kikvorst haar weer normaal heeft gemaakt, nu ze er blijk van heeft gegeven haar les te hebben geleerd en aan anderen te kunnen denken. De prins en prinses trouwen en terwijl in beide landen feest wordt gevierd, luisteren zij naar het gekwaak van duizenden kikkers in de paleisvijver.
Als dat geen sprookje is, weet ik het ook niet meer. Een verhaal over een verwende prinses die door haar aangedaan onheil ziet wat echt belangrijk is in het leven en die zich daardoor dienstbaar opstelt en haar ware – goede – aard laat zien.
Fabel of sprookje?
Dan denk ik toch allebei. Het verhaal heeft een hoog “Er was eens”-gehalte, wat te meer duidelijk wordt doordat dit de beginwoorden zijn. Maar ook dieren spelen – net als bij Spikkeltje een belangrijke rol, dieren zelfs met magische krachten. Daardoor is dit verhaal verwant aan de fabels van Aesopus en Jean de La Fontaine. Zeker omdat dit verhaal een sterke moraal kent – het draait niet om je uiterlijk, het is je karakter dat telt.
Qua opbouw voldoet dit verhaal duidelijk aan de opbouw van het sprookje. Er zijn voorbereidingen (De prinses kijkt altijd maar in de spiegel en is met kleding bezig.),er zijn complicaties (De koning gooit de spiegel van de prinses in gruzelementen en de prinses krijgt een kikkergezicht.), er is een ontwikkeling (De prinses voelt zich lelijk, vlucht daarom en gaat voor de blinde prins uit het buurland werken.) en tenslotte is er een goede afloop waarin de prinses laat zien volledig altruïstisch te kunnen denken doordat ze bij de Kikvorst de wens uitspreekt dat de blinde prins weer kan zien ondanks dat hij daardoor kan zien hoe lelijk zijzelf is. Hetgeen natuurlijk niet gebeurt want zij is dan weer knap… en ze leerden…
Wel speelt Annie M.G. Schmidt hier een spel met de traditionele personages in een sprookje. Het is nu eens niet de prinses die gered moet worden, maar de prins. Terwijl de prinses ook nog eens gered moet worden… maar dat zelf doet waarna het titelpersonage (de magische helper) zag dat het goed was.
Die extra laag maakt dat ik dit zelf een geslaagd sprookje vind, een sprookje dat bij kinderen vermoedelijk ook goed zal doen, om zelf te lezen of om voorgelezen te worden. Ook in de andere verhalen van de bundel speelt Schmidt met de genre-conventies en met de verwachtingen van de lezers.