Over Paddeltje

Intro

Het heeft wederom even geduurd sinds ik mijn blog postte waarin ik aankondigde dat ik Paddeltje ging lezen. Dat boek heb ik nu al ruim een week uit, maar het kwam er maar niet van om er dan daadwerkelijk over te gaan bloggen. Eigenlijk wil ik regelmatig blijven posten en misschien moet ik hier ook maar verklaren dat ik dat daadwerkelijk ga doen. Nog niet direct iedere dag, al blijft dat wel het streven, maar toch zeker enkele keren in de week.

Over Paddeltje dus

In mijn vorige blog typeerde ik Paddeltje van Johan H. Been als een historische roman. Zo heb ik het verhaal althans gecategoriseerd. Dat was voor ik het boek zelf las. Nu ik het boek wel heb gelezen, kom ik tot de conclusie dat het boek meer een avonturenverhaal is dan een historische roman. Het is een echt jongensboek, voor jongeren vanaf een jaar of tien. Echter, in het verhaal speelt een persoon mee die in de geschiedenis van Nederland een bekende naam is geworden. Ik heb het dan natuurlijk over Michiel de Ruyter. En er lijkt enige historische basis te zijn voor het avontuur dat Paddeltje beleeft. Hoe het verhaal zich verhoudt tot de historische werkelijkheid bewaar ik voor een volgend blog.

Waar gaat Paddeltje over?

In het kort gaat het boek over Paddeltje,een scheepsjongen in dienst van Michiel de Ruyter. We zien hoe hij in dienst komt bij de Ruyter, hoe hij zich standhoudt tussen de bemanning, hoe de Ruyter grootse plannen voor hem heeft en hoe hij tenslotte in handen valt van een bende zeerovers en uiteindelijk weer ontsnapt. Dat is de korte samenvatting. Hier is een iets langere van Wikipedia.

Leeservaring

Voor het lezen van Paddeltje heb ik gebruik gemaakt van de PDF van het boek die te vinden is op de site van de digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren. Die PDF heb ik op mijn e-reader gezet. Op die manier heb ik een oud boek modern gelezen, want de versie van het boek op DBNL stamt uit 1908. Overigens zag ik later dat het boek – in een hertaalde uitgave met aantekeningen – nog steeds in druk is. Maar ik heb dus de versie uit 1908 gelezen, inclusief ouderwetsche spelling. Toch was dit geenszins storend en wende dat zoo snel dat ik soms niet meer in de gaten had dat het boek in een gedateerde spelling was geschreven. En ook de inhoud leest nog steeds lekker weg. Spanning met een historisch sausje, vaderlandslievend en hier en daar een opvatting die je heden ten dage niet meer zo snel in een boek zult tegenkomen. Maar ook daarover in een volgend blog meer.


Dit is het tweede deel in een reeks over Paddeltje van Johan H. Been.

De helper van de zeehelden

Deze week staat in het teken van een boek waarvan een lezer van dit blog zei dat het een van zijn jeugdhelden was. Een boek dat ook wel zou hebben gepast bij de documentairereeks De Gouden Eeuw van de NTR/VPRO. En die aansluit bij het thema Gouden tijden, zwarte bladzijden van de voorbije Boekenweek.

Dat boek verscheen in 1908 en werd geschreven door Johan H. Been. Kenners weten nu wel over welk boek ik het heb. En anders kun je nog naar het rechterplaatje in de header kijken. ik wil het namelijk deze week gaan hebben over Paddeltje; de scheepsjongen van Michiel de Ruijter.

Ik ken het boek alleen nog van naam, maar het behoort volgens Wikipedia tot de klassiekers in de Nederlandse jeugdliteratuur. Verder heb ik ook nog niet gekeken. Omdat ik het boek nog niet ken wil ik het verder deze week onbevangen gaan lezen en in dit blog verslag gaan doen van mijn leeservaring.

Je kunt trouwens, mocht je dat willen, ook zelf meelezen. Paddeltje is namelijk te lezen via de digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren.  Het is een ouderwets dik boek, dus ik ga er de komende dagen eens goed voor zitten met de PDF op mijn e-reader.

Misschien is dit wel een boek wat indertijd premier Balkenende inspireerde tot zijn beroemde – of moet ik zeggen beruchte – opmerking over de V.O.C.-mentaliteit. Hoe het ook zij, ik ben nieuwsgierig naar Paddeltje. Naar het beeld dat van de Gouden Eeuw wordt geschetst. Die eeuw ken is eigenlijk alleen van de geschiedenisboeken. (Jeugd)literatuur over geschiedenis gaat tegenwoordig bijna alleen nog maar over de Tweede Wereldoorlog. Logisch, want dat is het meest ingrijpende wat er in de 20e eeuw is gebeurd. Voor 1940 hadden historische romans vooral thema’s over de Gouden Eeuw, precies zoals in Paddeltje het geval is.

Dat roept de vraag op in hoeverre de themawissel gevolgen heeft voor de manier waarop het verhaal verteld wordt. Of is er sprake van een universele vertelwijze? En verschilt de kijk op geschiedenis van begin 20e met die van begin 19e eeuw.

Kortom, genoeg vragen om de komende dagen mee aan de slag te gaan. Eerst maar eens aan het boek beginnen.


Dit is het eerste deel in een reeks over Paddeltje van Johan H. Been.

De kern van Kleine Sofie en Lange Wapper

Dat ik Kleine Sofie en Lange Wapper een schitterend boek vind, moge uit mijn vorige posts al wel duidelijk zijn. Toch knaagt het ergens. Ik krijg maar niet onder woorden gebracht waarom ik het zo mooi vind. Deels zal dat te maken hebben met het feit dat in het verhaal de prachtige illustraties van Thé Tjong Khing perfect op de tekst van Els Pelgrom aansluiten. En dan te bedenken dat ik normaal illustraties in een boek oversla. Eigenlijk moet ik bekennen dat ik ook nu mezelf heb moeten dwingen naar de beelden bij de tekst te kijken. Want beelden zijn het. De woorden worden in dit pas echt een wereld door The Tjong Khing.

Meerdere werelden

Ja, eigenlijk is het dat. Met dit boek heb je tekst, het ontroerende maar humoristische, serieuze, maar luchtige verhaal met een glimlach en een traan van Pelgrom en de illustraties van Thé Tjong Khing. Illustraties die van het verhaal echt een toneelstuk maken. Het verhaal is als het ware verfilmd. Het heeft ook wel iets van een spannend avonturenverhaal. Alleen is de afloop niet de klassieke. De dood van Sofie past natuurlijk niet als slot van een avonturenverhaal waar de held altijd wint. Toch lijkt ook Sofie uiteindelijk te winnen. Zij sterft, maar heeft wel antwoord op haar vragen gekregen. Bovendien gaat ze na haar dood met haar poppen op reis. De roadmovie gaat na de dood gewoon door. En zo zou je verhaal ook een sprookje kunnen noemen, want misschien is ‘Zij leefden nog lang en gelukkig’ toch wel van toepassing.

Samenspel

Kortom, de lezer/kijker kan met dit verhaal echt zelf aan de slag. Het lijkt mij ook een ideaal verhaal om samen met jonge kinderen – het boek heeft in de bibliotheek een B-label voor van 8 tot 12 jaar – te lezen. Zeker als ze net zo nieuwsgierig zijn als Kleine Sofie. Het verhaal leent zich er echt voor want het is een ware ontdekkingstocht. De reis van Sofie en haar poppen zit vol gebeurtenissen die tot nadenken stemmen en je vraagt je constant af: ‘Wat nu?’ of ‘Hoe krijgen ze Lange Wapper weer vrij?”  Kun jij als lezer helpen? Daar zit, denk ik, een stuk van de kracht van dit. Misschien dat het jongeren daarom zo aanspreekt.

Slot

De titel van deze blogpost schept natuurlijk enige verplichtingen. Ik heb het boek voor mijn gevoel dus nog niet goed kunnen vangen.  Te weinig aantekeningen gemaakt, te lange pauzes tussen de blogposts, geen mogelijkheden zien om de illustraties te bespreken zonder ze in mijn blog op te nemen – waardoor ik ze dus maar helemaal wegliet. Toch wil ik nog een poging wagen om mijn enthousiasme voor Kleine Sofie en Lange Wapper te verklaren. De kern is voor mij te vinden in de goede manier waarop in het dit boek een zwaar thema op een serieuze, eerlijke manier is gebracht:  een avonturenverhaal over de dood, dat tegelijkertijd toneel, sprookje en film is. Dat ook nog eens de lezer helemaal meetrekt in het verhaal.


Dit is het vijfde en laatste deel uit een reeks over Kleine Sofie en Lange Wapper van Els Pelgrom en Thé Tjong Khing.

Kleine Sofie komt alles te weten

Intro

In mijn vorige post over Kleine Sofie en Lange Wapper van Els Pelgrom en Thé Tjong Khing schreef ik dat ik dat er meer in het verhaal zat dan je zou denken en dat ik dat de komende dagen zou proberen uit te leggen. Dat is er niet helemaal van gekomen want mijn vorige post was van 28 maart. Wel heb ik nog een paar posts geschreven op mijn andere blog. Dat het hier zo rustig is geweest lag absoluut niet aan Kleine Sofie en Lange Wapper. Ik heb het boek herlezen en blijf het een werkelijk schitterend boek vinden dat ik iedereen aan kan raden.

En waarom kan ik het iedereen aanraden?

Dat is een lastige vraag. Waar moet ik mijn antwoord beginnen? Misschien was dat wel de reden die een drempel opwierp bij het bloggen over dit boek. Er is zo veel moois. Dat krijg ik nooit allemaal gedeeld. Maar dat moet ik misschien ook niet willen. Gelukkig kan ik Kleine Sofie en Lange Wapper via DBNL delen. Je hebt het in een avond uit en begrijp je wellicht mijn dilemma.

Koortsdroom, fantasie of werkelijkheid?

In de artikelen over het Kleine Sofie en Lange Wapper op bovenstaande DBNL-pagina wordt gediscussieerd over de vraag wat dit boek nu eigenlijk is. Sommigen stellen dat het boek de koortsdroom van Sofie vertelt. Daar is tegenin te brengen dat Sofie op het moment dat haar droom begint klaarwakker is. Onder andere om die reden voel ik weinig voor de lezing van de droom. Ook schrijfster Els Pelgrom blijkt het hier niet mee eens te zijn. in mijn ogen is het toneelstuk dat Sofie in dit boek beleeft werkelijkheid. Of dat nu echt mogelijk is of niet doet niet ter zake. In boeken – en zeker in het genre fantastische verhalen – is immers veel mogelijk, ook levende kunffels. En bovendien: we zeggen toch ook niet dat die andere bekende Sofie uit de jeugdliteratuur – die uit De G.V.R. van Roald Dahl – haar reuzen heeft gedroomd.

Wat komt Sofie allemaal te weten?

Kleine Sofie is erg nieuwsgierig en daarom doet ze dus graag mee aan een toneelstuk over Wat Er In Het Leven Te Koop Is. In negen hoofdstukken laten Pelgrom en Thé Tjong Khing precies dat in woord en beeld zien. Eigenlijk, zo merkt Joke Linders in Literatuur zonder leeftijd, jaargang 4 bladzijde 64 en 65, op d beleeft Sofie in dit toneelstuk alle fases en emoties uit een mensenleven, zodat ze voor sterft haar antwoorden heeft. Ieder van de negen hoofdstukken heeft eigenlijk een thema dat met een fase uit een mensenleven overeenkomt.

Je hebt geen keuze

 Het begin van het toneelstuk maakt duidelijk dat de mens weinig te vertellen heeft over hetgeen hem of haar overkomt. Als Sofie samen met kat Terror en lappenpop Lange Wapper door de regen voort ploetert, komen ze Beertje – ook een knuffel van Sofie – tegen. Hij zit warm en droog in een rijtuig. Dan vraagt Sofie (pagina 22):

‘Zagen jullie dat?’ riep Sofie. ‘Beertje zat erin!’

‘Ja, die zit lekker warm en droog, daar kun je op rekenen. Beertje loopt niet in de regen,’ zei Terror. Hij blies en maakte een hoge rug.

‘Heb jij dat zo bedacht?’ vroeg Sofie.

‘Wat, bedacht… Ach, jullie begrijpen ook niks!’

Na een tweede voorval vraagt Sofie op pagina 25 aan Terror:

‘Ik vind het hier niet leuk,’ fluisterde Sofie in Terrors oor. ‘Waarom heb je ons niet met Beertje in dat mooie rijtuig laten rijden? Als jij dit ook bedacht hebt, vind ik het maar raar.’

Terror deed eerst of hij haar niet hoorde. Hij kneep zijn ogen dicht en bewoog zijn snorharen. Maar een poosje later, toen hij zijn voorpoot zat schoon te likken, fluisterde hij: ‘Bedenken bestaat niet, knoop dat goed in je oor. Jij wilt alles weten, nou, dan zul je ook alles weten. Omdat het vandaag de eerste dag is, laat ik het gaan, maar praat er nou niet meer over. Anders stuur ik je terug naar de Domme August en de Dood, hoor je me?’

Hoe dit fragment verder afloopt kun je nalezen in het boek via bovengenoemde link. Maar je hebt over het leven dus helemaal niets te vertellen.


Dit is het vierde deel uit een reeks over Kleine Sofie en Lange Wapper van Els Pelgrom en Thé Tjong Khing.