Lees met me mee in de Annie M.G. Schmidt-week

Morgen is de 103e geboortedag van Annie M.G. Schmidt en overmorgen is het precies 18 jaar geleden dat ze overleed. Dat is de reden dat dit blog de komende week helemaal in het teken van haar staat. Ik kies ervoor om Schmidts bekendere werken als Jip en Janneke, Minoes, Abeltje, of Pluk van de Petteflet nu alleen maar even te noemen. Dit blog is jong en gaat hopelijk nog jaren mee, dus deze boeken zullen hier vast nog wel ooit worden besproken. En mocht ik nu een titel niet hebben genoemd waarvan jij vindt dat die absoluut niet mag ontbreken, noem die titel dan in een reactie op dit blog. Ik hou wel van discussie en reacties zie ik graag.

Lees mee

Als je wilt kun je weer meelezen want ik maak opnieuw dankbaar gebruik van dbnl. Ik kies voor de twee werken van Annie M.G. die op die site staan. Dat zijn Het fluitketeltje uit 1950 en Heksen en zo uit 1964. Ik heb de indruk dat ik met deze twee boeken een inkijkje kan geven in de wereld van misschien wel Nederlands bekendste schrijfster voor de jeugd. In ieder geval uit de 20e eeuw. Behalve via dit blog kun je dus ook via Annie’s werken meedoen. Hieronder staan namelijk vier links naar de twee genoemde titels, eerst als PDF en daarna als HTML.

PDF

Het Fluitketeltje

Heksen en zo

HTML

Het Fluitketeltje

Heksen en zo

Mocht je liever papier in handen hebben, dan denk ik dat een bezoek aan de bibliotheek of een online (antiquarische) boekhandel wel succesvol zal zijn. En voor de liefhebbers van luisterboeken. Heksen en zo is ook verkrijgbaar als luisterboek.

Veel  leesplezier!


Dit is het eerste deel in een reeks over Annie M.G. Schmidt.

 

Paddeltje als beginpunt

Dit is mijn laatste post over Paddeltje van Johan Been. Als liefhebber van geschiedenis en van avonturenverhalen heb ik genoten van dit boek. Eigenlijk vind ik het jammer dat ik het niet jaren eerder al heb gelezen. Ik kan me goed voorstellen waarom dit boek – in moderne spelling – 105 jaar na de eerste verschijning nog steeds in druk is en ook hedendaagse jeugdige lezers aan kan spreken. Het bezit alle kenmerken van een avonturenverhaal. Nou ja, niet allemaal. Paddeltje c.s. hebben aan het einde van het boek de schat van Il Tigretto nog niet. Hoe ze die in handen kregen beschreef Been in het latere Om de schatten van Il Tigretto.

Maar verder zitten alle elementen uit het avonturenverhaal er wel in. Een held, een reis, een tegenstander die verslagen wordt en een behouden thuiskomst waar ook nog eens een beloning volgt. Wat wil de lezer nog meer. Ja, dat vervolgdeel dat ik al noemde. Jammer dat dat niet online te lezen is, want ik zou dat ook best willen lezen want Paddeltje is namelijk ook een beginpunt.

Paddeltje zit zoals ik al liet zien qua historische authenticiteit goed in elkaar. Voor een enthousiaste jeugdige lezer kan Paddeltje dan ook zeker een leuk boek zijn. Hij of zij kan zich dan helemaal onderdompelen in het spannende verhaal. Of hij kan ermee de geschiedenis induiken.

Het boek belicht een tijd uit het leven van Michiel de Ruyter die uit de geschiedenisboeken allicht minder bekend is. Wat ik me van De Ruyter kan herinneren was dat hij een belangrijke zeeheld was in de strijd tegen de Engelsen en hoe hij in de strijd zijn benen verloor en ten slotte zijn leven gaf. Dat hij ook in de koopvaardij niet onverdienstelijk was, was mij eigenlijk niet bekend.

Maar Michiel de Ruyter als handelaar is natuurlijk een mooi bruggetje naar de VO.C. En de rij ingangen naar meer is lang. De blanken slaven – die echt hebben bestaan – vormen misschien aanleiding om meer te weten te komen over de duistere rol die de Zeven Provinciën speelden in de slavenhandel door de West-Indische Compagnie. En de geboeide lezer wil natuurlijk ook alles weten over De Slag bij Duins, Maarten Harpertsz Tromp, Witte De With en vooral over Michiel de Ruyter zelf.

Zo beschouwd is Paddeltje eigenlijk een avontuurlijke geschiedenisles. Volgens mij zou geschiedenis bij jongeren veel meer leven als ze er wat meer spannende boeken over lazen. En eigenlijk leent de hele geschiedenis van Michiel de Ruyter zich volgens mij ook voor computergames. Dat zou geschiedenis aantrekkelijker maken. Maar dat is een heel ander medium. Ik heb het hier vooral over het geschrevene. Daarom eindig ik ook met twee links voor lezers.

Op de site Johan Been van Jenneke Groeneveld staat meer informatie over de auteur van Paddelte. Het boek is er ook te vinden als luisterboek. De tweede link is afkomstig van www.geschiedeniszeeland.nl en noemt meer jeugdboeken over Michiel de Ruyter.


Dit is het zesde en laatste deel in een reeks over Paddeltje van Johan H. Been.

Gesprek met Paddeltje

Daar is eindelijk de haven van Vlissingen. Ik ben er in het jaar, dat later bekend is geworden als het jaar van de Vrede van Münster, 1648. Ik wil het in Vlissingen echter niet hebben over het einde van de Tachtigjarige Oorlog. Nee, ik ben in Vlissingen omdat ik afgesproken heb met matroos Klaas Arienze, beter bekend als Paddeltje. Ik wil van hem weten hoe hij terugkijkt op zijn avonturen in Afrika.

Volgens mij noemt niemand je nog Klaas, zal ik je dan ook maar Paddeltje noemen?

Dat is prima. Klaas ken ik niet, dus zeg maar Paddeltje. Dat is ook een stuk minder officieel want in officiële papieren schijn ik nog wel bekend te staan als Klaas Arienze.

Allereerst wil ik je ervoor bedanken dat je tijd voor me hebt gemaakt. Het is nu weliswaar herfst, maar het lijkt me toch dat er altijd wat te doen is aan boord.

– Ja, er is inderdaad altijd wat te doen. Het duurt wel weer een aantal maanden voor we weer uitvaren naar Marokko, maar het schip heeft onderhoud nodig. Daar zijn we nu druk mee bezig. Het schip moet weer klaar zijn om straks een nieuwe lading handelswaar mee te nemen.

Maar hoe ziet het leven aan boord eruit?

– Gelukkig is een reis naar Noord-Afrika relatief kort. Binnen twee weken zijn we daar. Dat betekent dat we weliswaar hard moeten werken, maar dat we geen last van bedorven voedsel of ziektes als scheurbuik waarvan bemanningen die onderweg zijn naar Oost-Indië wel last hebben omdat hun reis veel langer is.

Je hebt nog niet echt antwoord gegeven op mijn vraag: wat doe je zoal aan boord?

– D’n Ouwe van ons (Michiel de Ruyter, PvdW) zag tijdens de eerste reis die ik met hem maakte wel wat in mij. Ik was toen scheepsjongen. Ik moest het dek schrobben en was timmerman en kuiper (vaten- of tonnenmaker, PvdW). Maar d’n Ouwe zag dus wat in mij en dwong me mijn school af te maken. Hij had er zelf spijt van zijn school niet afgemaakt te hebben en eiste daarom dat ik terugging naar school. Dat viel niet mee en ik werd dan ook snel weggestuurd. Gelukkig bleek er nog een school waar ik wel welkom was en waar ik wel wilde en kon leren. Deed ik dat niet dan mocht ik immers niet terug naar D’n Ouwe. Maar ik maakte dus mijn school af en hield me daarom op latere reizen bezig met koersbepalingen en berekeningen die nodig waren voor de handel.

Ik zal je wat verklappen, Paddeltje. Dit gesprek bedenk ik zelf en jij zegt ook alleen maar dingen die ik zelf bedenk. En ik ken je weer uit een fictief boek over jou van Johan H. Been. Jij bestaat dus helemaal niet. Maar Michiel de Ruyter bestond wel. En jij hebt hem gekend. Wat voor iemand was hij?

– Wil je me nu vertellen dat ik niet besta? Dat ik verzonnen ben? Dan vertel ik je ook niet  wat Michiel de Ruyter voor iemand was. Dat verzin je immers ook zelf.

Je wilt me dus niet vertellen wie Michiel de Ruyter was?

– Nee, want want daar moet je historische bronnen op naslaan. Maar omdat fictie de realiteit wel kan ontmoeten, geef ik toch een antwoord. D’n Ouwe was streng maar rechtvaardig. Iedereen was voor gelijk voor hem. Rang of stand maakte niet uit. Wist je dat onder zijn bemanning zich ook vele buitenlanders bevonden? En dat hij een tactisch slimme (onder)handelaar waardoor hij de vriendschap, het respect én de handel verdiende van en met de Sant van Salé.


Dit is het vijfde deel in een reeks over Paddeltje van Johan H. Been.

Historische accuratesse van Paddeltje

Natuurlijk, ik weet ook wel dat Paddeltje een avonturenverhaal is. En nee, dit wordt geen zeurblog over wat er allemaal niet klopt aan het boek. Maar het heeft wel een historische setting. Paddeltje is immers de scheepsjongen van Michiel de Ruyter. Daarom leek het me interessant om te onderzoeken hoe het gesteld is met de historische accuratesse van Paddeltje.

Geschiedenis in jeugdboeken

Geschiedenis werd al snel na de invoering van de Rijks H.B.S. in 1863 en na het openen van de eerste scholen van dat type – een jaar later – een verplicht vak. De vraag naar historische verhalen groeide in de tweede helft van de 19e eeuw dan ook.Twee auteurs die in deze vraag voorzagen waren P.J. Andriessen (1815-1877) en P. Louwerse (1840-1908). De boeken moesten natuurlijk spannend zijn, maar omdat ze geacht werden het onderwijs te ondersteunen moest er wel een historisch correcte basis onder het verhaal liggen.  Geliefde onderwerpen waren de Tachtigjarige Oorlog, de Gouden Eeuw, en zeehelden uit die Gouden Eeuw.

Johan H. Been (1859-1930) past met de onderwerpen van veel van zijn boeken helemaal in dat rijtje, waarbij Paddeltje uit 908 zijn bekendste werk is gebleken. Het boek werd twee jaar geleden nog herdrukt, in een aangepaste spelling en met toelichtingen om het voor jongeren uit deze tijd begrijpelijk te houden.

Hoe verhoudt Paddeltje zich tot de historische werkelijkheid?

Met Paddeltje gebruikt Been met zijn hoofdpersonage een bekend procedé  om een historisch onderwerp te bespreken. Door dit fictieve karakter tot hoofdpersoon te maken, heeft hij de mogelijkheid vrijer met de geschiedenis om te gaan dan het geval zou zijn geweest wanneer Michiel de Ruyter de hoofdpersoon was. Bovendien is Paddeltje natuurlijk ongeveer van dezelfde leeftijd dan de lezer waardoor de lezer samen met Paddeltje De Ruyter kan bewonderen.

Enige speurwerk door de digitale archieven leek mij wel toegestaan. Been was namelijk van 1895 tot aan zijn dood archivaris van Brielle. Daar was hij ook van 1878 tot 1908 onderwijzer. Dat speurwerk leidde er toe dat ik in ieder kan stellen dat de premisse achter het verhaal juist is. Dat Paddeltje in Salé in handen viel van piraten kan waar gebeurd zijn. Vanaf 1642 voer Michiel de Ruyter in het kader van de handel enige jaren op Afrika. Dat hij daarbij te maken kreeg met piraten klopt ook, net als de notie van blanke slaven.

Dat de door de zeelui genoemde helden als Maarten Harpertsz. Tromp en Witte de With echt hebben bestaan en dat hun genoemde heldendaden te traceren zijn, spreekt voor zich. En de Slag bij Duins vond inderdaad plaats en wel op 31 oktober 1639.

Feit en fictie spannend vermengd

Dat het boek historisch verantwoord is, is natuurlijk mooi meegenomen. Voor de lezer is het denk ik toch wel belangrijker dat het verhaal spannend is. En dat is het. En er zit nog een stuk emotie/sentiment in, dus het verwondert me niet dat dit boek zo veel mensen aansprak en aanspreekt.  Geschiedenis laat zich het beste beleven aan de hand van verhalen en Paddeltje is precies zo’n verhaal. Een goed boek dat nieuwsgierig maakt naar Michiel de Ruyter en zijn tijd. En er zijn al mooi wat bouwstenen voor die zoektocht naar het verleden geleverd.


Dit is het vierde deel in een reeks over Paddeltje van Johan H. Been.

Paddeltje anno 2013

Intro

Even een tijdje niet meer gepost op dit blog. Geen gebrek aan inspiratie en Paddeltje meldde zich regelmatig in mijn gedachten en ook heb voldoende ideeën over andere boeken waar ik over wil gaan bloggen. En de techniek is ook weer geregeld, dus ik ga weer vooruit.

Boekenweekessay

Ik las de afgelopen dagen het Boekenweekessay De leeuw en zijn hemd van Nelleke Noordervliet. Aardig boekje, leuk idee: ontmoetingen met personen uit vier historisch belangrijke periodes uit de vaderlandse geschiedenis. Die kwam tot leven. En met Koninginnedag had ik toch al het idee levende geschiedenis mee te maken. Het essay riep bij mij de vraag op wat het opgeleverd zou hebben als Noordervliet met Paddeltje of Michiel de Ruyter in gesprek was gegaan. Dat idee ga ik de komende dagen uitwerken. Nu is het daar te laat voor. Koninginnedag en de kroning van Willem-Alexander – inhuldiging, hoor ik te zeggen – gaf dus ook historisch besef maar aan de andere kant realiseerde ik me dat het toch misschien maar een ouderwets principe is, zo’n koningshuis. Een principe waar ik allerminst bezwaar tegen heb overigens. Maar een zeeheld is misschien ook iets ouderwets. Kan dat dan heden ten dage ook nog.

Hedendaagse koopvaardij en piraten

Dat verklaart dus de titel van deze post. Zijn er hedendaagse Paddeltjes? En hoe ziet hun leven eruit? Ja, ik weet dat er nog koopvaardijschepen zijn. En de marine bestrijdt Somalische piraten. Paddeltje deed in zijn tijd fictief allebei. Onder Michiel de Ruyter voer voor de V.O.C. naar Saleh en daar ging hij de strijd aan met de piraat Il Tigretto. Maar hoe zag het leven van een echte Paddeltje er toen uit? En hoe dat van hedendaagse Paddeltjes? Ook die vragen zal ik de komende dagen proberen te beantwoorden.

Van fictie naar werkelijkheid, toen en nu. Die koers wil ik kiezen. Deze post vooral om te laten weten dat dit blog weer vaart.


Dit is het derde deel in een reeks over Paddeltje van Johan H. Been.

Over Paddeltje

Intro

Het heeft wederom even geduurd sinds ik mijn blog postte waarin ik aankondigde dat ik Paddeltje ging lezen. Dat boek heb ik nu al ruim een week uit, maar het kwam er maar niet van om er dan daadwerkelijk over te gaan bloggen. Eigenlijk wil ik regelmatig blijven posten en misschien moet ik hier ook maar verklaren dat ik dat daadwerkelijk ga doen. Nog niet direct iedere dag, al blijft dat wel het streven, maar toch zeker enkele keren in de week.

Over Paddeltje dus

In mijn vorige blog typeerde ik Paddeltje van Johan H. Been als een historische roman. Zo heb ik het verhaal althans gecategoriseerd. Dat was voor ik het boek zelf las. Nu ik het boek wel heb gelezen, kom ik tot de conclusie dat het boek meer een avonturenverhaal is dan een historische roman. Het is een echt jongensboek, voor jongeren vanaf een jaar of tien. Echter, in het verhaal speelt een persoon mee die in de geschiedenis van Nederland een bekende naam is geworden. Ik heb het dan natuurlijk over Michiel de Ruyter. En er lijkt enige historische basis te zijn voor het avontuur dat Paddeltje beleeft. Hoe het verhaal zich verhoudt tot de historische werkelijkheid bewaar ik voor een volgend blog.

Waar gaat Paddeltje over?

In het kort gaat het boek over Paddeltje,een scheepsjongen in dienst van Michiel de Ruyter. We zien hoe hij in dienst komt bij de Ruyter, hoe hij zich standhoudt tussen de bemanning, hoe de Ruyter grootse plannen voor hem heeft en hoe hij tenslotte in handen valt van een bende zeerovers en uiteindelijk weer ontsnapt. Dat is de korte samenvatting. Hier is een iets langere van Wikipedia.

Leeservaring

Voor het lezen van Paddeltje heb ik gebruik gemaakt van de PDF van het boek die te vinden is op de site van de digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren. Die PDF heb ik op mijn e-reader gezet. Op die manier heb ik een oud boek modern gelezen, want de versie van het boek op DBNL stamt uit 1908. Overigens zag ik later dat het boek – in een hertaalde uitgave met aantekeningen – nog steeds in druk is. Maar ik heb dus de versie uit 1908 gelezen, inclusief ouderwetsche spelling. Toch was dit geenszins storend en wende dat zoo snel dat ik soms niet meer in de gaten had dat het boek in een gedateerde spelling was geschreven. En ook de inhoud leest nog steeds lekker weg. Spanning met een historisch sausje, vaderlandslievend en hier en daar een opvatting die je heden ten dage niet meer zo snel in een boek zult tegenkomen. Maar ook daarover in een volgend blog meer.


Dit is het tweede deel in een reeks over Paddeltje van Johan H. Been.

De helper van de zeehelden

Deze week staat in het teken van een boek waarvan een lezer van dit blog zei dat het een van zijn jeugdhelden was. Een boek dat ook wel zou hebben gepast bij de documentairereeks De Gouden Eeuw van de NTR/VPRO. En die aansluit bij het thema Gouden tijden, zwarte bladzijden van de voorbije Boekenweek.

Dat boek verscheen in 1908 en werd geschreven door Johan H. Been. Kenners weten nu wel over welk boek ik het heb. En anders kun je nog naar het rechterplaatje in de header kijken. ik wil het namelijk deze week gaan hebben over Paddeltje; de scheepsjongen van Michiel de Ruijter.

Ik ken het boek alleen nog van naam, maar het behoort volgens Wikipedia tot de klassiekers in de Nederlandse jeugdliteratuur. Verder heb ik ook nog niet gekeken. Omdat ik het boek nog niet ken wil ik het verder deze week onbevangen gaan lezen en in dit blog verslag gaan doen van mijn leeservaring.

Je kunt trouwens, mocht je dat willen, ook zelf meelezen. Paddeltje is namelijk te lezen via de digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren.  Het is een ouderwets dik boek, dus ik ga er de komende dagen eens goed voor zitten met de PDF op mijn e-reader.

Misschien is dit wel een boek wat indertijd premier Balkenende inspireerde tot zijn beroemde – of moet ik zeggen beruchte – opmerking over de V.O.C.-mentaliteit. Hoe het ook zij, ik ben nieuwsgierig naar Paddeltje. Naar het beeld dat van de Gouden Eeuw wordt geschetst. Die eeuw ken is eigenlijk alleen van de geschiedenisboeken. (Jeugd)literatuur over geschiedenis gaat tegenwoordig bijna alleen nog maar over de Tweede Wereldoorlog. Logisch, want dat is het meest ingrijpende wat er in de 20e eeuw is gebeurd. Voor 1940 hadden historische romans vooral thema’s over de Gouden Eeuw, precies zoals in Paddeltje het geval is.

Dat roept de vraag op in hoeverre de themawissel gevolgen heeft voor de manier waarop het verhaal verteld wordt. Of is er sprake van een universele vertelwijze? En verschilt de kijk op geschiedenis van begin 20e met die van begin 19e eeuw.

Kortom, genoeg vragen om de komende dagen mee aan de slag te gaan. Eerst maar eens aan het boek beginnen.


Dit is het eerste deel in een reeks over Paddeltje van Johan H. Been.

De kern van Kleine Sofie en Lange Wapper

Dat ik Kleine Sofie en Lange Wapper een schitterend boek vind, moge uit mijn vorige posts al wel duidelijk zijn. Toch knaagt het ergens. Ik krijg maar niet onder woorden gebracht waarom ik het zo mooi vind. Deels zal dat te maken hebben met het feit dat in het verhaal de prachtige illustraties van Thé Tjong Khing perfect op de tekst van Els Pelgrom aansluiten. En dan te bedenken dat ik normaal illustraties in een boek oversla. Eigenlijk moet ik bekennen dat ik ook nu mezelf heb moeten dwingen naar de beelden bij de tekst te kijken. Want beelden zijn het. De woorden worden in dit pas echt een wereld door The Tjong Khing.

Meerdere werelden

Ja, eigenlijk is het dat. Met dit boek heb je tekst, het ontroerende maar humoristische, serieuze, maar luchtige verhaal met een glimlach en een traan van Pelgrom en de illustraties van Thé Tjong Khing. Illustraties die van het verhaal echt een toneelstuk maken. Het verhaal is als het ware verfilmd. Het heeft ook wel iets van een spannend avonturenverhaal. Alleen is de afloop niet de klassieke. De dood van Sofie past natuurlijk niet als slot van een avonturenverhaal waar de held altijd wint. Toch lijkt ook Sofie uiteindelijk te winnen. Zij sterft, maar heeft wel antwoord op haar vragen gekregen. Bovendien gaat ze na haar dood met haar poppen op reis. De roadmovie gaat na de dood gewoon door. En zo zou je verhaal ook een sprookje kunnen noemen, want misschien is ‘Zij leefden nog lang en gelukkig’ toch wel van toepassing.

Samenspel

Kortom, de lezer/kijker kan met dit verhaal echt zelf aan de slag. Het lijkt mij ook een ideaal verhaal om samen met jonge kinderen – het boek heeft in de bibliotheek een B-label voor van 8 tot 12 jaar – te lezen. Zeker als ze net zo nieuwsgierig zijn als Kleine Sofie. Het verhaal leent zich er echt voor want het is een ware ontdekkingstocht. De reis van Sofie en haar poppen zit vol gebeurtenissen die tot nadenken stemmen en je vraagt je constant af: ‘Wat nu?’ of ‘Hoe krijgen ze Lange Wapper weer vrij?”  Kun jij als lezer helpen? Daar zit, denk ik, een stuk van de kracht van dit. Misschien dat het jongeren daarom zo aanspreekt.

Slot

De titel van deze blogpost schept natuurlijk enige verplichtingen. Ik heb het boek voor mijn gevoel dus nog niet goed kunnen vangen.  Te weinig aantekeningen gemaakt, te lange pauzes tussen de blogposts, geen mogelijkheden zien om de illustraties te bespreken zonder ze in mijn blog op te nemen – waardoor ik ze dus maar helemaal wegliet. Toch wil ik nog een poging wagen om mijn enthousiasme voor Kleine Sofie en Lange Wapper te verklaren. De kern is voor mij te vinden in de goede manier waarop in het dit boek een zwaar thema op een serieuze, eerlijke manier is gebracht:  een avonturenverhaal over de dood, dat tegelijkertijd toneel, sprookje en film is. Dat ook nog eens de lezer helemaal meetrekt in het verhaal.


Dit is het vijfde en laatste deel uit een reeks over Kleine Sofie en Lange Wapper van Els Pelgrom en Thé Tjong Khing.

Kleine Sofie komt alles te weten

Intro

In mijn vorige post over Kleine Sofie en Lange Wapper van Els Pelgrom en Thé Tjong Khing schreef ik dat ik dat er meer in het verhaal zat dan je zou denken en dat ik dat de komende dagen zou proberen uit te leggen. Dat is er niet helemaal van gekomen want mijn vorige post was van 28 maart. Wel heb ik nog een paar posts geschreven op mijn andere blog. Dat het hier zo rustig is geweest lag absoluut niet aan Kleine Sofie en Lange Wapper. Ik heb het boek herlezen en blijf het een werkelijk schitterend boek vinden dat ik iedereen aan kan raden.

En waarom kan ik het iedereen aanraden?

Dat is een lastige vraag. Waar moet ik mijn antwoord beginnen? Misschien was dat wel de reden die een drempel opwierp bij het bloggen over dit boek. Er is zo veel moois. Dat krijg ik nooit allemaal gedeeld. Maar dat moet ik misschien ook niet willen. Gelukkig kan ik Kleine Sofie en Lange Wapper via DBNL delen. Je hebt het in een avond uit en begrijp je wellicht mijn dilemma.

Koortsdroom, fantasie of werkelijkheid?

In de artikelen over het Kleine Sofie en Lange Wapper op bovenstaande DBNL-pagina wordt gediscussieerd over de vraag wat dit boek nu eigenlijk is. Sommigen stellen dat het boek de koortsdroom van Sofie vertelt. Daar is tegenin te brengen dat Sofie op het moment dat haar droom begint klaarwakker is. Onder andere om die reden voel ik weinig voor de lezing van de droom. Ook schrijfster Els Pelgrom blijkt het hier niet mee eens te zijn. in mijn ogen is het toneelstuk dat Sofie in dit boek beleeft werkelijkheid. Of dat nu echt mogelijk is of niet doet niet ter zake. In boeken – en zeker in het genre fantastische verhalen – is immers veel mogelijk, ook levende kunffels. En bovendien: we zeggen toch ook niet dat die andere bekende Sofie uit de jeugdliteratuur – die uit De G.V.R. van Roald Dahl – haar reuzen heeft gedroomd.

Wat komt Sofie allemaal te weten?

Kleine Sofie is erg nieuwsgierig en daarom doet ze dus graag mee aan een toneelstuk over Wat Er In Het Leven Te Koop Is. In negen hoofdstukken laten Pelgrom en Thé Tjong Khing precies dat in woord en beeld zien. Eigenlijk, zo merkt Joke Linders in Literatuur zonder leeftijd, jaargang 4 bladzijde 64 en 65, op d beleeft Sofie in dit toneelstuk alle fases en emoties uit een mensenleven, zodat ze voor sterft haar antwoorden heeft. Ieder van de negen hoofdstukken heeft eigenlijk een thema dat met een fase uit een mensenleven overeenkomt.

Je hebt geen keuze

 Het begin van het toneelstuk maakt duidelijk dat de mens weinig te vertellen heeft over hetgeen hem of haar overkomt. Als Sofie samen met kat Terror en lappenpop Lange Wapper door de regen voort ploetert, komen ze Beertje – ook een knuffel van Sofie – tegen. Hij zit warm en droog in een rijtuig. Dan vraagt Sofie (pagina 22):

‘Zagen jullie dat?’ riep Sofie. ‘Beertje zat erin!’

‘Ja, die zit lekker warm en droog, daar kun je op rekenen. Beertje loopt niet in de regen,’ zei Terror. Hij blies en maakte een hoge rug.

‘Heb jij dat zo bedacht?’ vroeg Sofie.

‘Wat, bedacht… Ach, jullie begrijpen ook niks!’

Na een tweede voorval vraagt Sofie op pagina 25 aan Terror:

‘Ik vind het hier niet leuk,’ fluisterde Sofie in Terrors oor. ‘Waarom heb je ons niet met Beertje in dat mooie rijtuig laten rijden? Als jij dit ook bedacht hebt, vind ik het maar raar.’

Terror deed eerst of hij haar niet hoorde. Hij kneep zijn ogen dicht en bewoog zijn snorharen. Maar een poosje later, toen hij zijn voorpoot zat schoon te likken, fluisterde hij: ‘Bedenken bestaat niet, knoop dat goed in je oor. Jij wilt alles weten, nou, dan zul je ook alles weten. Omdat het vandaag de eerste dag is, laat ik het gaan, maar praat er nou niet meer over. Anders stuur ik je terug naar de Domme August en de Dood, hoor je me?’

Hoe dit fragment verder afloopt kun je nalezen in het boek via bovengenoemde link. Maar je hebt over het leven dus helemaal niets te vertellen.


Dit is het vierde deel uit een reeks over Kleine Sofie en Lange Wapper van Els Pelgrom en Thé Tjong Khing.

Een leven in woord en beeld

Dat het fantasieverhaal Kleine Sofie en Lange Wapper van Els Pelgrom en Thé Tjong Khing meer is dan een geslaagde combinatie van woord en beeld, moge duidelijk zijn uit het feit dat het boek zowel bekroond werd met een Gouden Griffel als met een Gouden Penseel. Het verhaal zit volle dubbele bodems en er zit dus meer in dan je op het eerste gezicht zou denken. De komende dagen wil ik proberen duidelijk te maken wat dat ‘meer’ dan is.

Probleem en oplossing

Daarbij loop ik al meteen tegen een probleem aan. Om de kracht van dit boek te laten zien, heb ik eigenlijk ook de illustraties nodig. Daar rust echter copyright op. Voor de tekst is het iets makkelijker. Mits je bronvermelding toepast, mag je korte tekstcitaten uit een boek in een blog opnemen. Voor de illustraties zal ik links opnemen naar het online exemplaar van Kleine Sofie en Lange Wapper uit de dbnl. Citaten in dit en volgende blogs zijn ook afkomstig uit die uitgave.

Beleef het leven voor je sterft

Als ik het boek in zes woorden moest beschrijven, dan zou ik het zo doen. Want zoals ik al eerder zei is Sofie stervende en daarnaast erg nieuwsgierig. Ze wil eigenlijk alles weten wat er te weten valt over het leven.

Zij wilde wéten, ze wilde alles weten van wat er op de wereld en daar buiten is:

Haar vader en moeder waren vaak ten einde raad.

‘Waar komt het water vandaan?’

‘Ja, maar voordat het in de kraan zat?’

Dit fragment uit de inleiding op pagina 7 zet de toon. De inleiding eindigt een vraag naar de dood, die ik in mijn vorige post al aanhaalde..

Avontuurlijk

Daarna begint het theater van het leven. Het stuk van Sofie’s kat Terror gaat over Wat Er In Het Leven Te Koop Is. Dat wil Sofie natuurlijk wel weten en aangezien haar knuffels op Lange Wapper en Beertje na allemaal te bang zijn om mee te spelen en er bovendien (pratende) mensen in het stuk voorkomen, mag Sofie ondanks protesten omdat ze een meisje is en nog ziek is ook mee doen en gaan ze samen op avontuur. Sofie laat zich niet niet zo maar aan de kant zetten en ze is niet op haar mondje gevallen. Ze weet van aanpakken. En het is die aanstekelijke energie die ook prachtig in de illustraties zit en die de lezer in woord en beeld het verhaal in sleuren.  Wat Sofie allemaal beleeft in het stuk dat volgens Terror helemaal niet leuk is, komt de komende dagen aan bod. Voor nu wil ik er alvast over kwijt dat in Sofie en haar knuffels in een toneelstuk komen te spelen – of te leven – waarin alle fases en emoties uit een mensenleven aan bod komen. Sofie heeft voor ze stierf het leven dus wel leren kennen.


Dit is het derde deel uit een reeks over Kleine Sofie en Lange Wapper van Els Pelgrom en Thé Tjong Khing.